De longen zijn onderdeel van een orgaanstelsel, welke?
De longen zijn onderdeel van het ademhalingsstelsel. Ze zijn via de luchtpijp en luchtpijptakken verbonden met de mond en neus, waardoor lucht van buitenaf naar binnen kan. In de longen vindt de gaswisseling plaats.
Zuurstof wordt opgenomen via jouw ademhalingsstelsel, waar in jouw ademhalingsstelsel gebeurt dat?
Zuurstof wordt opgenomen via de longblaasjes. Jouw longen zijn eigenlijk een soort sponzen, die zitten vol met kleine gaatjes…de longblaasjes. Door al die kleine gaatjes bij elkaar hebben jouw longen een heel groot oppervlak, zodat er tegelijkertijd heel veel zuurstof uitgewisseld kan worden. Dat is wel zo handig als je hard aan het sporten bent!
Wat is gaswisseling?
Gaswisseling is het proces waarbij zuurstof vanuit de lucht naar het bloed gaat en koolstofdioxide vanuit het bloed naar de lucht. Gassen kunnen niet zomaar in elkaar veranderen, maar door verbranding wordt zuurstof gebruikt en komt koolstofdioxide vrij, dat is een chemische reactie.
Welk gas uit de lucht adem je in en is belangrijk voor verbranding in de cellen?
De lucht bevat zuurstof. Lucht met zuurstof adem je in en daardoor komt het in de longblaasjes. Zuurstof gaat dan vanuit de lucht door de wand van de longblaasjes naar de haarvaten. Rode bloedcellen nemen de zuurstof op en vervoeren het naar alle cellen in het lichaam, zodat die het kunnen gebruiken voor verbranding.
Bij het ademhalen gebruik je spieren, wat doen de tussenribspieren én het middenrif bij inademen?
Bij het inademen trekken de tussenribspieren samen, waardoor de ribben omhoog kantelen en de hele borstkast groter wordt. Tegelijkertijd trekken ook de spieren van het middenrif samen, waardoor deze platter wordt en daardoor de longen een beetje naar beneden getrokken worden. Zo wordt de hele borstholte groter en kan er lucht naar binnen.
Bij het uitademen, is er dan een onderdruk of bovendruk?
De borstkast wordt kleiner en het middenrif ontspant. Daardoor wordt de borstholte kleiner en past er minder lucht in de longen. Er ontstaat een bovendruk en de lucht gaat daardoor naar buiten.
