ZANDHAGEDIS


Perfect gecamoufleerd en RAZEND snel, dat is de zandhagedis zéker. Voor je ze in de gaten hebt zitten ze al lang weer in de struiken verscholen. Maar let goed op, want zandhagedissen kunnen van kleur veranderen…

Latijnse Naam: Lacerta agilis
Klasse: Reptiel

BIJZONDERE KENMERKEN
De zandhagedis wordt vaak verward met een andere reptielensoort in Nederland, de levendbarende hagedis (Lacerta vivipara, Jacquin, 1787). En zo gek is dat niet. Beide soorten lijken sterk op elkaar met hun schutkleuren en forse lichaamsbouw. Toch zijn er een paar truukjes om de twee uit elkaar te houden: ten eerste, ze komen bijna nergens in hetzelfde gebied voor! De jongen van de levendbarende hagedis worden namelijk vaar opgegeten door de zandhagedis, geen goede buren dus. Daarnaast heeft de zandhagedis een grotere en vooral dikkere kop dan de wat slankere levendbarende hagedis.

Zandhagedis, Lacerta agilis (links) en de levendbarende hagedis, Lacerta vivipara (rechts). Ondanks dat de patronen op de huid erg op elkaar lijken, heeft de zandhagedis een duidelijk groene buik terwijl de levendbarende hagedis een oranje buik heeft. De kop van de zandhagedis is dikker en grover gebouwd. Jonge levendbarende hagedissen hebben een bijna geheel zwarte staart.
Zandhagedis, Lacerta agilis (links) en de levendbarende hagedis, Lacerta vivipara (rechts). Ondanks dat de patronen op de huid erg op elkaar lijken, heeft de zandhagedis een duidelijk groene buik terwijl de levendbarende hagedis een oranje buik heeft. De kop van de zandhagedis is dikker en grover gebouwd. Jonge levendbarende hagedissen hebben een bijna geheel zwarte staart.

Maar de zandhagedis heeft nog één heel bijzondere eigenschap…hij kan van kleur veranderen! Wanneer het paarseizoen aanbreekt en de mannetjes op zoek gaan naar een vrouwtje om mee te paren, veranderen ze van beige-bruin naar felgroen! Zoals veel andere hagedissen heeft ook de zandhagedis veel vijanden, vooral andere reptielen als de Adder en de Gladde slang zijn een gevaar.

Gelukkig is de zandhagedis razendsnel en bij het kleinste teken van gevaar -een schaduw van een roofvogel of het geritsel van een slang door de struiken- schiet de zandhagedis terug de struiken in. En als hij toch gepakt wordt? Dan kan de zandhagedis zijn staart afwerpen! Het bizarre is dat deze staart dan nog een tijdje kan blijven spartelen, dit kan omdat er in de staart van de hagedis een aantal zenuwknopen zitten die signalen blijven afvuren, zelfs als ze niet meer vastzitten aan de hagedis zelf. De aanvaller blijft dan vaak verward achter met een spartelend stukje staart, bon apetit!

Verspreiding van de zandhagedis Lacerta agilis

VOEDSEL
Zandhagedissen zijn diurnal, dat betekent dat ze vooral overdag actief zijn. In de ochtend warmen ze zich op in het licht van de zon om vervolgens op zoek te gaan naar hun favoriete prooien: spinnen, sprinkhanen, krekels, vlinders, vliegen en andere kleine geleedpotigen. Het zijn hele vraatzuchtige dieren, ze jagen op alles wat los en vast zit: als het maar in de bek past! Jagen doen ze vooral halverwege de ochtend en tegen de avond, als de temperaturen niet zo hoog zijn.

VERSPREIDING
De naam van de zandhagedis komt natuurlijk niet uit het niets, deze dieren komen namelijk veel voor in zanderige gebieden. Vooral ruige heidegebieden en zanderige duinen zijn de favoriete plekjes van deze hagedis. Een beetje reliëf in het landschap, dus heuveltjes en kuilen mogen er ook wel zijn want deze koudbloedige dieren maken daar handig gebruik van om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. In de kuilen en achter heuveltjes zitten ze uit de wind en kunnen ze lekker opwarmen in de zon…én ze zitten daar lekker beschut, uit het zicht van roofdieren. In Nederland komt de zandhagedis vooral voor op de Veluwe, maar verder zijn ze bijna in heel Europa te vinden: van Zuid Frankrijk tot ver in China!

VOORTPLANTING
Vlak na de winter worden de zandhagedissen wakker uit de winterslaap en gedurende de lente worden de hagedissen steeds meer actief. Wanneer het paarseizoen begint, zo rond half april, gebeurt er iets heel bijzonders. De mannetjes worden steeds agressiever, maar tegelijkertijd verandert ook hun uiterlijk! De mannetjes verliezen hun bruin-beige schutkleuren en krijgen een bijna gifgroene huid, handig om vrouwtjes te lokken, maar niet zo handig om roofdieren te ontwijken…Het paren zelf is een behoorlijk heftig spektakel: mannetjes vechten met elkaar om de vrouwtjes en dit doen ze door om elkaar heen te draaien, een soort salsadans, maar dan met extra pit! Tegelijkertijd flashen ze hun groene kleuren om de ander af te schrikken. Soms werkt zelfs dát niet en gaan ze over op een bijtpartij…Vol in de nek en dan een paar keer heen en weerschudden, dat zal de rivaal wel afschrikken. De overwinnaar kan dan met het vrouwtje paren, waarbij het mannetje één van zijn twee hemipenissen (want hagedissen hebben twee ‘piemels’) in de cloaca van het vrouwtje inbrengt. En dat is dat, voor deze keer dan. Zowel de mannetjes en vrouwtjes paren met meerdere partners, echte ‘CHEATERS’ dus!

WIST JE DAT?
Zandhagedissen zijn RAZENSNEL en dat komt ook terug in de Latijnse naam ‘Lacerta agilis’! Lacerta staat voor de familie van ‘echte hagedissen’ en agilis betekent ‘snel’ en ‘lenig’. En dat zijn ze dan ook behoorlijk!

Vrouwtjes kunnen wel 3 tot 12 eitjes leggen in de paartijd en voor zo’n kleine hagedis is dat heel bijzonder! Ze zoekt een zonnig plekje in het zand waar de eitjes goed kunnen incuberen (de zon zorgt voor het opwarmen van de eieren). Na zo’n 1-2 maanden komen de baby zandhagedissen uit het ei en staan ze er helemaal alleen voor…de ouders zijn ‘m gepeerd! Gelukkig groeien ze snel, er is voedsel genoeg!

REFERENTIES
Raymond Creemers & Jeroen van Delft, Nederlandse Fauna 9: De Amfibieën en Reptielen van Nederland. Ravon (2009). ISBN 978 9050 113007.

Bernhard Grzimek, Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG (1971), Pagina 334, 339, 340. ISBN 90 274 8626 3.

Václav Laňka & Zbyšek Vít, Amphibians and Reptiles. Aventinum, Praag (1985). ISBN 90-366-0639-X.